Innerlijk licht
Deze column verscheen eerder in december 2009 op Nieuw W!J.
Terwijl in Amerika en Nederland overal uitbundige kerstversiering opgehangen wordt (ook de ranke palmbomen moeten het ontgelden hier in Los Angeles), bereiden joden zich in december voor op Chanoeka, het lichtjesfeest.
Chanoeka is eigenlijk een heel bescheiden feest zonder al te veel poeha. Acht dagen lang worden kaarsjes ontstoken in een menorah (kandelaar), elke dag een kaarsje erbij. Natuurlijk is de symboliek van licht in duistere decemberdagen onmiskenbaar, maar het Chanoekaverhaal vertelt meer.
In de tweede eeuw voor de gebruikelijke jaartelling overheersten de Grieken het joodse volk in het oude Israël. Het joodse geloof werd verboden en vervolgd. Toen de Tempel in Jeruzalem ontwijd werd, ontbrandde een onafhankelijkheidsstrijd tegen de Griekse onderdrukkers. De Tempel werd heroverd, opnieuw ingewijd en het eeuwige licht in de Tempel werd weer ontstoken. Ondanks het feit dat de olie hiervoor bijna op was, geschiedde er een wonder: de olie bleef aangevuld en de menorah in de Tempel brandde acht dagen lang.
Van het stoffige, oude Jeruzalem naar onze moderne samenleving. Bescheiden of niet, Chanoeka heeft wel een duidelijke boodschap die universeel en tijdloos is voor joden en niet-joden: de moed om jezelf te kunnen zijn. Chanoeka roept vragen op over identiteit en lotsverbondenheid en dwingt ons na te denken over wat de moeite waard is om voor te vechten. Het is gemakkelijk om jezelf te verliezen in de grijze massa, om te vergeten wat je koestert. Het is prima om trots te zijn op wie je bent en waar je vandaan komt.
Tegelijkertijd waarschuwt het Chanoekaverhaal ons. Trots en strijdvaardigheid zijn mooi maar zonder idealen, bezinning en lotsverbondenheid vervallen deze al snel in populistische retoriek of eng nationalisme. Trots moet samen gaan met broederschap, strijdlust met verzoening.
Joden leven met deze spanning. We koesteren onze millenniaoude cultuur en behouden graag onze eigen identiteit. We hoeven geen varkensvlees te eten of te werken op de sabbat. Sommigen van ons dragen een keppeltje en houden ons aan de geboden. Anderen zijn trots op de humanistische ethiek in onze traditie. Welke vorm het ook kent, wij zijn verbonden met elkaar.
Tegelijkertijd leven we ook met andere mensen en andere culturen. Tolerantie en diversiteit zijn net zo goed joodse waarden en lotsverbondenheid met alle volkeren werd al door de oude bijbelse profeten uitgedragen. De Tempel staat symbool voor de 'broederschap aller volkeren'. Ook dat is Chanoeka.
De Tempel heroveren is één ding. Ons innerlijk licht ontsteken moet een logisch gevolg zijn. Dat is uiteindelijk het echte Chanoeka wonder.
Terwijl in Amerika en Nederland overal uitbundige kerstversiering opgehangen wordt (ook de ranke palmbomen moeten het ontgelden hier in Los Angeles), bereiden joden zich in december voor op Chanoeka, het lichtjesfeest.
Chanoeka is eigenlijk een heel bescheiden feest zonder al te veel poeha. Acht dagen lang worden kaarsjes ontstoken in een menorah (kandelaar), elke dag een kaarsje erbij. Natuurlijk is de symboliek van licht in duistere decemberdagen onmiskenbaar, maar het Chanoekaverhaal vertelt meer.
In de tweede eeuw voor de gebruikelijke jaartelling overheersten de Grieken het joodse volk in het oude Israël. Het joodse geloof werd verboden en vervolgd. Toen de Tempel in Jeruzalem ontwijd werd, ontbrandde een onafhankelijkheidsstrijd tegen de Griekse onderdrukkers. De Tempel werd heroverd, opnieuw ingewijd en het eeuwige licht in de Tempel werd weer ontstoken. Ondanks het feit dat de olie hiervoor bijna op was, geschiedde er een wonder: de olie bleef aangevuld en de menorah in de Tempel brandde acht dagen lang.
Van het stoffige, oude Jeruzalem naar onze moderne samenleving. Bescheiden of niet, Chanoeka heeft wel een duidelijke boodschap die universeel en tijdloos is voor joden en niet-joden: de moed om jezelf te kunnen zijn. Chanoeka roept vragen op over identiteit en lotsverbondenheid en dwingt ons na te denken over wat de moeite waard is om voor te vechten. Het is gemakkelijk om jezelf te verliezen in de grijze massa, om te vergeten wat je koestert. Het is prima om trots te zijn op wie je bent en waar je vandaan komt.
Tegelijkertijd waarschuwt het Chanoekaverhaal ons. Trots en strijdvaardigheid zijn mooi maar zonder idealen, bezinning en lotsverbondenheid vervallen deze al snel in populistische retoriek of eng nationalisme. Trots moet samen gaan met broederschap, strijdlust met verzoening.
Joden leven met deze spanning. We koesteren onze millenniaoude cultuur en behouden graag onze eigen identiteit. We hoeven geen varkensvlees te eten of te werken op de sabbat. Sommigen van ons dragen een keppeltje en houden ons aan de geboden. Anderen zijn trots op de humanistische ethiek in onze traditie. Welke vorm het ook kent, wij zijn verbonden met elkaar.
Tegelijkertijd leven we ook met andere mensen en andere culturen. Tolerantie en diversiteit zijn net zo goed joodse waarden en lotsverbondenheid met alle volkeren werd al door de oude bijbelse profeten uitgedragen. De Tempel staat symbool voor de 'broederschap aller volkeren'. Ook dat is Chanoeka.
De Tempel heroveren is één ding. Ons innerlijk licht ontsteken moet een logisch gevolg zijn. Dat is uiteindelijk het echte Chanoeka wonder.
Comments
Post a Comment