Reset-knop
Deze column verscheen eerder in februari 2011 op Nieuw W!J.
Toch krijgt het woordje ‘vertrouwen’ voor mij steeds vaker een bittere bijsmaak. Wie kun je tegenwoordig nog vertrouwen? Ooit liep ik als student culturele antropologie stage in de Achterhoek (jawel, heel exotisch!). Aangenaam verrast was ik dat men daar de achterdeur van het huis nog steeds niet op slot doet. Tegelijkertijd vond ik dit als doorgewinterde randstedeling ook een beetje naïef. Op microniveau is zulk cynisme een vorm van zelfbescherming. 'Vertrouw op God maar zet je fiets op slot.'
Op macroniveau kan een gebrek aan vertrouwen schadelijker zijn. Een ander oudhollands spreekwoord is: ‘Wie goed doet, goed ontmoet’. Maar voor deze basis hebben we wel vertrouwen nodig. We vertrouwen elkaar niet meer. Helaas is dit op politiek niveau vaak terecht. Als burger wordt ons vertrouwen dikwijls beschaamd. Transparantie eisen van de ondoordringbare instituties van de macht is een van de grote gaven van de moderne democratie. Maar wat betekent het om als politicus of economisch leider niet meer vertrouwd te worden? Het gevaar dreigt dat leiders zich gaan richten naar het lage verwachtingspatroon van de burger. Zonder vertrouwen is er geen accountability. Wanneer wij onze leiders wantrouwen, durven onze leiders ons niet meer in vertrouwen te nemen. Want eerlijkheid is dan een nagel aan de doodskist van je politieke carrière.
Hoe verfrissend zou het zijn als we elkaar weer vertrouwden en niet elk persoonlijk falen tot een politiek schandaal zou worden uitgemeten? En dat we elkaar tegelijkertijd kunnen afrekenen op onze daden? Ironische genoeg kunnen we lering trekken uit twee globale incidenten die voortkwamen uit een ultiem politiek wantrouwen: Wikileaks en de Arabische revoluties. Julian Assange van Wikileaks wordt alom verguisd of geprezen. Was de man onverantwoordelijk door zoveel gevoelige informatie openbaar te maken of is hij een held die corruptie en machtsmisbruik aan de kaak stelt? Is hij een vrouwonvriendelijke verkrachter die zich verschuilt achter een ideëel masker of is hij een willoos slachtoffer van een politiek complot? Hetzelfde geldt voor de omwentelingen in het Midden-Oosten. Luidt de Egyptische revolutie een nieuwe dageraad van pan-Arabische democratie in of tuimelt de wereld in de steeds sterker wordende greep van de politieke islam? Worden wij geïnspireerd door de dappere activisten die traangas en kogels trotseren of kijken wij afgestompt naar beelden van ontredderde demonstranten die een gevaarlijk politiek vacuüm creëren?
Ik ga geen antwoorden geven op deze vragen. Wikileaks en de Revolutie van 2011 geven ons namelijk een unieke kans. De reset-knop wordt ingedrukt, de lei wordt schoongeveegd. Wat als wij met nieuwe ogen kijken naar de recente ontwikkelingen en we elkaar vertrouwen schenken? Als dat vertrouwen toch geschaad wordt, dan hebben we het recht om elkaar daar op aan te spreken. Het mooie daarvan weer is dat er toch een dialoog ontstaat. Relaties smeden dus, want dat is de sleutel naar verandering!
Toch krijgt het woordje ‘vertrouwen’ voor mij steeds vaker een bittere bijsmaak. Wie kun je tegenwoordig nog vertrouwen? Ooit liep ik als student culturele antropologie stage in de Achterhoek (jawel, heel exotisch!). Aangenaam verrast was ik dat men daar de achterdeur van het huis nog steeds niet op slot doet. Tegelijkertijd vond ik dit als doorgewinterde randstedeling ook een beetje naïef. Op microniveau is zulk cynisme een vorm van zelfbescherming. 'Vertrouw op God maar zet je fiets op slot.'
Op macroniveau kan een gebrek aan vertrouwen schadelijker zijn. Een ander oudhollands spreekwoord is: ‘Wie goed doet, goed ontmoet’. Maar voor deze basis hebben we wel vertrouwen nodig. We vertrouwen elkaar niet meer. Helaas is dit op politiek niveau vaak terecht. Als burger wordt ons vertrouwen dikwijls beschaamd. Transparantie eisen van de ondoordringbare instituties van de macht is een van de grote gaven van de moderne democratie. Maar wat betekent het om als politicus of economisch leider niet meer vertrouwd te worden? Het gevaar dreigt dat leiders zich gaan richten naar het lage verwachtingspatroon van de burger. Zonder vertrouwen is er geen accountability. Wanneer wij onze leiders wantrouwen, durven onze leiders ons niet meer in vertrouwen te nemen. Want eerlijkheid is dan een nagel aan de doodskist van je politieke carrière.
Hoe verfrissend zou het zijn als we elkaar weer vertrouwden en niet elk persoonlijk falen tot een politiek schandaal zou worden uitgemeten? En dat we elkaar tegelijkertijd kunnen afrekenen op onze daden? Ironische genoeg kunnen we lering trekken uit twee globale incidenten die voortkwamen uit een ultiem politiek wantrouwen: Wikileaks en de Arabische revoluties. Julian Assange van Wikileaks wordt alom verguisd of geprezen. Was de man onverantwoordelijk door zoveel gevoelige informatie openbaar te maken of is hij een held die corruptie en machtsmisbruik aan de kaak stelt? Is hij een vrouwonvriendelijke verkrachter die zich verschuilt achter een ideëel masker of is hij een willoos slachtoffer van een politiek complot? Hetzelfde geldt voor de omwentelingen in het Midden-Oosten. Luidt de Egyptische revolutie een nieuwe dageraad van pan-Arabische democratie in of tuimelt de wereld in de steeds sterker wordende greep van de politieke islam? Worden wij geïnspireerd door de dappere activisten die traangas en kogels trotseren of kijken wij afgestompt naar beelden van ontredderde demonstranten die een gevaarlijk politiek vacuüm creëren?
Ik ga geen antwoorden geven op deze vragen. Wikileaks en de Revolutie van 2011 geven ons namelijk een unieke kans. De reset-knop wordt ingedrukt, de lei wordt schoongeveegd. Wat als wij met nieuwe ogen kijken naar de recente ontwikkelingen en we elkaar vertrouwen schenken? Als dat vertrouwen toch geschaad wordt, dan hebben we het recht om elkaar daar op aan te spreken. Het mooie daarvan weer is dat er toch een dialoog ontstaat. Relaties smeden dus, want dat is de sleutel naar verandering!
Comments
Post a Comment